zondag 18 januari 2009

Fairtrade in Antwerpen: Eerlijke of ideologische handel...?

Oxfam-Wereldwinkels, Vredeseilanden, Max Havelaar en 11.11.11. voeren nu reeds enkele jaren een campagne om lokale besturen aan te zetten tot het gebruik van “fairtrade producten”.
Steden en gemeenten kunnen hierbij de titel van “fairtrade gemeente” verwerven als voldaan is aan een aantal criteria. Zo moet het lokale bestuur koffie, en nog minstens één ander product gecertificeerd door Max Havelaar, aankopen voor vergaderingen, op kantoor en in de cafetaria’s.
De gemeente moet het bewustzijn rond “fairtrade” op regelmatige basis promoten via haar communicatiekanalen. De lokale winkels en horeca moeten minstens twee “fairtrade producten” serveren en hierover duidelijk communiceren. Er moeten strategieën worden ontwikkeld om het bereiken van “fairtrade-doelstellingen” langer in het nieuws te houden en jaarlijks moet er een initiatief worden genomen om de consumptie van de als “fairtrade” bestempelde producten, te promoten. Tot slot moet er op het grondgebied van de gemeente een “fairtrade” trekkersgroep actief zijn.
Zo’n 62 Vlaamse gemeenten waaronder de Stad Antwerpen, zijn momenteel in het bezit van de titel “fairtrade gemeente” en voldoen dus aan de strenge criteria van de verdelers van de “fairtrade producten”. De Stad Antwerpen en bij uitbreiding haar districten doen dan ook tal van inspanningen om deze titel te behouden. Zo schenkt de Stad Antwerpen nog slechts koffie, thee, fruitsap en wijnen die zijn gecertificeerd door Max Havelaar, op geregelde momenten worden er kleine en grote promotieacties op touw gezet, het stedelijk communicatieblad Den Antwerpenaar wordt ingezet om “fairtrade” te promoten etc.
Op marketingvlak kan de campagne dan ook een succes worden genoemd. Dit succes is te verklaren door het efficiënt uitbuiten van een ideologisch aangepraat schuldgevoel. Namelijk het verkocht krijgen dat de marktprijs niet eerlijk tot stand kan komen, en wij als slechte westerlingen dus arme boeren in de derde wereld zouden uitbuiten. Nu indien een individu zich hierdoor aangesproken voelt en bereid is duurdere prijzen te betalen aan de verdelers van dergelijke producten dan is dit een vrije individuele keuze. Wanneer echter overheden belastingsgelden gaan gebruiken om dergelijke producten te kopen en te promoten dan dienen we na te gaan of de beweringen van de verdelers van zogenaamde eerlijke producten wel kloppen.
De kernstelling van heel het “fairtrade” gebeuren is, zoals hierboven reeds vermeld, de bewering dat de marktprijs van bepaalde producten niet eerlijk is en dat de prijs die door “fairtrade” organisaties wordt vooropgesteld, wel eerlijk is. We dienen dan ook de logica achter het tot stand komen van deze eerlijke prijs te onderzoeken. Als we als voorbeeld de koffieprijs nemen en deze is bijvoorbeeld 1,30€ per pond dan zeggen “fairtrade” organisaties dat de eerlijke prijs 1,35€ is. Stel u voor dat de marktprijs stijgt tot 1,35€ dan is de prijs die door Max Havelaar is vastgesteld opeens oneerlijk en moet hij worden verhoogd. Dus wanneer de markt bereid is een prijs te betalen dan is die per definitie oneerlijk, ook al werd deze prijs daarvoor wel als eerlijk beschouwd.Nu de marktprijs kan ook dalen. Als de marktprijs onder een bepaald niveau daalt dan dient er volgens de “fairtrade” organisaties een minimumprijs in werking te treden. Het criterium hiervoor zou de productiekost van de producent zijn. Dan is dus de marktprijs + een toeslag niet meer de eerlijke prijs, maar wel de productiekost. Een economische logica is hier niet in te vinden. Wat we wel kunnen vaststellen is dat er een ideologische logica aanwezig is, namelijk dat de marktprijs oneerlijk is en dus moet worden gecorrigeerd.
Is het corrigeren van de markt geen uitgangspunt van de partij van de Antwerpse burgemeester? Wordt hier dan ook niet een ideologie gepromoot i.p.v. uiting gegeven aan de bezorgdheid voor het lot van mensen in de derde wereld?
Het Britse Adam Smith institute toont alvast in haar rapport unfair trade aan dat heel het “fairtrade” gebeuren meer kwaad doet dan goed. Zo biedt “fairtrade” slechts een beperkt aantal derde wereld boeren een hogere prijs. Deze hogere prijs gaat ten koste van de overgrote meerderheid van de boeren die niet kunnen voldoen aan de vereisten van de fairtrade certificatie en dus in de kou blijven staan. Daarnaast hindert “fairtrade” de economische ontwikkeling aangezien het niet-competitieve landbouwmethodes beloont, waardoor toekomstige generaties de kans wordt ontzegt op een beter leven.
Het hele gebeuren van de “fairtrade gemeenten” lijkt dan ook meer gericht te zijn op het verkocht krijgen van een ideologisch ingegeven verwerpen van de vrije markt, en niet door een fundamentele bezorgdheid met het lot van de mensen in de derde wereld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten