vrijdag 13 november 2009

Verboden te verbieden...


Laat mij beginnen met te zeggen dat ik een roker ben. Voor mij hoort een sigaret bij een Tripel van Westmalle als mayonaise bij frieten.

Als het van de Senaatscommissie sociale zaken afhangt, komt er een algemeen rookverbod op café. Gelukkig zou het pas ingaan in 2012, de verkozenen hebben nog even tijd om weer bij hun verstand te komen.

Zeker, talloze studies wijzen terecht op de gevaren van - ook passief - roken. Terecht vaardigde de overheid verboden uit. Het is goed dat er niet meer gerookt mag worden op de werkvloer, in publieke ruimtes, in restaurants. Maar zoals altijd moet men niet overdrijven.

Gezondheid is een belangrijk maar geen absoluut argument. We durven er meer dan een glas op verwedden: de kwalijke gevolgen van de in de Belgische cafés getapte pinten en zware bieren zijn véél erger dan die van de aldaar gerookte shagjes. Weekenddoden: er zijn toch veel meer treurige ongelukken te wijten aan te veel alcoholverbruik dan aan een te hoog nicotinegehalte? Intrafamiliaal geweld, vooral tegen vrouwen: het zo sympathieke werkmanspintje heeft tot oneindig meer miserie geleid dan de Belga Filter. En toch denkt niemand eraan de pint te verbieden.

Een café is namelijk een plaats waar mensen vrijwillig en in alle gemak moeten kunnen samenkomen. Behalve als ze zich aan onwettelijkheden zouden bezondigen. Maar het roken van een sigaret is, hoewel ongezond, niet verboden. Zelfs niet na het rookverbod. Dat niet-rokers, en zeker de wetgever, het verstand hebben dat toe te laten waar dat in alle redelijkheid kan. Zoals op café. En voorts staat het niet-rokers volledig vrij om rookvrije cafés op te zoeken of te openen.

Helaas is in dit debat van redelijkheid al lang geen sprake meer. En vooral niet van verdraagzaamheid. Zelfs groenen en socialisten, die helaas méé de meerderheid vormden in de Senaatscommissie, waren niet zo lang geleden voor een gedoogbeleid inzake cannabis en softdrugs. Nu zweren ze plots bij een rigide verbod op tabak. In de paarse jaren geloofden ze nog in vrijheid en verdraagzaamheid. Nu hebben ze zich ook laten aantasten door een tijdsgeest van het grote doch bekrompen gelijk. Nu zijn ze tegen de sigaret. Straks zijn er anderen tegen cannabis. Tegen te luide muziek door koptelefoons. Tegen rumoerige kinderen. Tegen de hoofddoek. Tegen klokkengelui. Tegen anderstaligen. Tegen andersgeaarden. Dat is de tendens die zo'n dom sigarettenverbod verstrekt: die van niet meer hoeven verdragen wat anders is of zelfs een beetje hindert.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten