vrijdag 19 februari 2010

Het gebrek aan ambulante handel...

Er is al veel inkt gevloeid over het nootjeskraam op de Groenplaats, dat, bij collegebesluit, diende te verdwijnen. Ik ga er dan ook niet blijven op doorbomen, maar wil hier wel een lans breken voor de ambulante handel in Antwerpen. Die handel wordt in Antwerpen blijkbaar gemeden als de pest of het zéér moeilijk gemaakt.
Waar vindt je in Antwerpen bijvoorbeeld nog een echte frituur? En dan bedoel ik niet zo'n klinische toestand zoals de N°1 in de Hoogstraat, maar een echt frietkraam, zoals er vroeger in België duizenden waren. Waar vindt je in Antwerpen de broodjeskramen die tegen lunchtijd hun kraam of wagen plaatsen in de buurt van bedrijven en kantoorcomplexen. Waar zie je in de zomer in Antwerpen nog iemand met een echte ijscokar rijden.
In andere steden vindt je dit allemaal, zelfs de kraampjes met gepofte kastanjes in de toeristische buurten. Ze maken deel uit van het straatmeubilair van die steden en geeft die steden een zekere charme, een zekere romantiek.
Maar hier wil het stadsbestuur allemaal zo klinisch, zo gelijnd, zo ordelijk, met als gevolg dat het stad geen hart meer heeft, geen ziel.
Kijk, als de stad geen problemen heeft met de bloemenverkopers die de cafés hier afschuimen of met de donkere medemensen met hun (fake-)lederen broeksriemen en portefeuilles die hun brol willen verlappen tegen niet geziene prijzen, dan vind ik dat de eigen bevolking ook het recht moet krijgen om met hun ambulante handel de stad weer een ziel te geven...
Inplaats van grootse plannen te maken, neem eens een eenvoudige beslissing. Stap af van dat klinische en laat een frietkot een frietkot zijn, een hamburgerkraam een hamburgerkraam en een nootjeskraam een nootjeskraam. Zo'n pijnlijke beslissing kan dat toch niet zijn? En er zou, bij zo'n beslissing, misschien wel een boterham in zitten voor enkele gezinnen. Want iedereen moet leven, of niet soms...?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten