zaterdag 2 augustus 2008

Antwerpen en parkeren: Water en vuur...

Auto’s in de steden: het zal altijd een moeilijk verhaal blijven. Meer vooruitziende steden hebben lang geleden al gezorgd voor de beste oplossing: de uitbouw van een efficiënt ondergronds net voor openbaar vervoer. Wie de metrolijnen van Parijs, Londen en New York kent, weet dat je wel gek moet zijn om in die steden per se met de auto te willen rijden. De metro is namelijk veel sneller, goedkoper en minder enerverend. Door het autoverkeer vervolgens op allerlei manieren te ontmoedigen, is in dergelijke steden de keuze voor het openbaar vervoer bijna vanzelfsprekend gemaakt.


In Antwerpen zijn op dat gebied legendarische kansen gemist. Veertig jaar geleden is begonnen met de heraanleg van de premetro, maar dat werk is in de kiem gesmoord omdat de centen op waren. Het Masterplan voor de mobiliteit probeert op dat gebied een inhaalbeweging te maken met de verlenging van een aantal tramlijnen, waardoor de bussen meer uit de stad kunnen worden geweerd. Maar dan moet dat Masterplan wel in zijn geheel kunnen worden uitgevoerd, wat met het verzet tegen de Oosterweelverbinding steeds minder evident wordt. Nog steeds beseffen veel mensen niet dat de tol van de Oosterweelverbinding alle andere projecten van het Masterplan - via de weg, het water en het spoor - moet betalen.




Maar we hadden het over het parkeren. Anders dan bijvoorbeeld fietsland Nederland blijft de Vlaming vasthouden aan de auto, het Gouden Kalf. Een gezin met twee jongvolwassen kinderen en vier auto’s is geen uitzondering. Als die allemaal voor de deur moeten staan, dan heb je een gevel van zestien meter nodig. En die vind je in Antwerpen vrijwel uitsluitend in de buurt van Middelheim. Een sturend parkeerbeleid dus, met in de mate van het mogelijke voor elk wat wils. Drie concentrische cirkels - binnenstad, binnen de Singel en erbuiten - waarin parkeren steeds duurder wordt naarmate je de kernstad nadert. Logisch, want het centrum zuigt het meeste verkeer aan. Ook het systeem van de bewonerskaarten zal voor iedereen wel billijk zijn. Verder moet parkeren duurder zijn in winkelstraten, die niet zitten te wachten op langparkeerders.




Bevoegd schepen Ludo Van Campenhout wil die langparkeerders zoveel mogelijk ondergronds zien staan, maar daarvoor moeten de tarieven daar wel omlaag en dat ligt niet zo makkelijk bij de exploitanten van de garages. Het huidige systeem vertoont te veel onlogische lokale toestanden. Een voorbeeld: wie met de auto naar het station van Berchem rijdt om de trein naar Brussel te nemen, zou zijn wagen eigenlijk moeten stallen in de - niet goedkope - ondergrondse garage. Maar amper vijftig meter verder, in de woonwijk bij de Cogels-Osylei, kan je voor bijna geen geld de hele dag parkeren. Situaties zoals die hierboven leiden tot irritaties, ondanks de goede bedoelingen van het beleid. En die irritaties zijn veel terechter dan de klachten over de tarieven. Wie die vergelijkt met Amsterdam in plaats van met Mechelen, weet dat het in Antwerpen echt wel meevalt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten