donderdag 2 april 2009

De BWM van Berx...

'Net zoals een gezin bij financiële moeilijkheden nakijkt of er geen uitgaven geschrapt kunnen worden, zou het toch mogelijk moeten zijn om het eens te hebben over welke instellingen we nu nog echt nodig hebben', betoogt Luckas Vander Taelen. Hij heeft zo zijn twijfels bij het nut van provinciebesturen, de Brusselse gouverneur en de Senaat.
Een klein berichtje in de krant zegt soms meer dan een lange analyse over ons merkwaardige land. Cathy Berx is gouverneur van de provincie Antwerpen. Omdat de gouverneur zich wel eens moet verplaatsen, krijgt ze een wagen ter beschikking. Een BMW 730, die met wat opties toch gauw 100.000 euro waard is.
Het probleem is nu dat de BMW 730 niet in de garage van gouverneur Berx past (DM 27/3). Het vijf meter lange voertuig is ook te groot om ervóór te parkeren. Daarom vraagt de gouverneur nu een extra gereserveerde parkeerplaats in de straat. De Antwerpse dienst voor stadsontwikkeling was echter niet geneigd om daar op in te gaan (volgens Het Laatste Nieuws zou de stad nu toch bereid zijn haar aanvraag goed te keuren, nvdr).
Dat krijg je natuurlijk als gouverneurs in aan hun functie onaangepaste huizen wonen. Een gouverneur heeft normaal recht op een ambtswoning. Maar omdat de provincie daar geen gepast gebouw voor heeft, blijft gouverneur Berx gewoon wonen waar ze woont. Voor dat ongemak krijgt ze wel een maandelijkse vergoeding van 1.735 euro.
Groteske situaties
Ooit waren gouverneurs en provinciale besturen machtige instituten in dit land. Ze waren een noodzakelijke verbinding tussen het centrale gezag en de gemeenten. Zolang België geen federale staat was, vervulden ze een essentiële rol. Sinds dit land is geëvolueerd naar een federatie, waarbij de gewesten steeds belangrijk zijn geworden, is het belang van de provincies echter danig afgenomen.Dat is althans de logische conclusie die elke observator van de instellingen van dit land zou maken. Maar ik betwijfel niet dat de provincieraadsleden, de bestendig gedeputeerden en zeer zeker de gouverneurs er een andere mening op na houden en hier in een wederwoord met verve het essentiële belang van hun instelling zullen verdedigen.Toch kan men zich moeilijk van de indruk ontdoen dat alle functies van de provincies zonder veel moeite overgenomen zouden kunnen worden door de gewesten. In het Brussels Gewest is de situatie zo mogelijk nog grotesker: na de splitsing van de provincie Brabant is er een gouverneurschap voor het Gewest gecreëerd. De bevoegdheden van deze Brusselse gouverneur zijn omzeggens nihil: hij moet enkel het rampenplan van het gewest coördineren. Een opdracht die net zo goed aan de Brusselse minister-president zou kunnen worden toevertrouwd.
In tijden van economische crisis en een spectaculair oplopende staatsschuld, waar men op het punt staat om aan de burgers belangrijke offers te vragen, zou het niet meer dan normaal zijn dat de regering het staatsapparaat eens kritisch doorlicht en berekent wat een meer rationele organisatie van het land zou opbrengen. Net zoals een gezin bij financiële moeilijkheden nakijkt of er geen uitgaven geschrapt kunnen worden, zou het toch mogelijk moeten zijn om het eens te hebben over welke instellingen we nu nog echt nodig hebben.
Maar politici lijden soms aan een merkwaardig onvermogen om hun verantwoordelijkheid op te nemen als het er op aan komt het publieke geld te beheren. Zo blijft de voorzitter van de Senaat, Armand De Decker, zich bijvoorbeeld verzetten tegen de afschaffing van de dotatie die prins Laurent en prinses Astrid elk jaar toegeschoven krijgen van ons allemaal: elk liefst 300.000 euro. Terwijl zowat iedereen het er over eens is dat in België ook kan waarover in andere landen zelfs niet meer gediscussieerd wordt: dat koningskinderen zelf moeten zorgen voor hun inkomen.
Maar in België lijkt het steeds dat geld geen probleem is als het gaat over de inrichting van de Staat zelf, hoe groot het begrotingstekort ook moge zijn. Als er één constante is in dit land, dan wel de quasi onmogelijkheid om te tornen aan bestaande politieke instellingen. Ze lijken wel een eeuwig leven beschoren, ook al is iedereen het er eigenlijk over eens dat ze nutteloos zijn geworden. En heel veel geld kosten.
Voorbijgestreefde instituten
Hoe lang wordt er al niet gesproken over de afschaffing van de Senaat? Het instituut is volledig overbodig geworden. Misschien vinden er soms belangwekkende gesprekken en geestesverruimende debatten plaats, maar hebben wij daar al dat geld voor over? Want als politici eindelijk eens een eerlijk gesprek zouden hebben over een reorganisatie van de staatsinstellingen, wars van elk partizaan eigenbelang, dan zouden ze toch snel moeten ingrijpen en de schaar zetten in dure, voorbijgestreefde instituten.
Maar de strijd voor de kwantiteit van de politieke mandaten lijkt in dit land belangrijker dan de zorg om de kwaliteit ervan. Zolang die bedenkelijke politieke moraliteit niet verandert, moet de gouverneur van Antwerpen zich geen zorgen maken dat ze elke ochtend door een BMW 730 met chauffeur zal opgehaald worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten