maandag 18 januari 2010

Wat was het in mijn tijd eenvoudig in dat boerengat...

Ik heb het er hier al eens over gehad dat ik hier in Antwerpen eigenlijk een (nederlandstalige) allochtoon ben. Ik ben opgegroeid in het Waasland, meer bepaald in Moerbeke-Waas. Een boerengat met 4.800 inwoners, honderd maal minder dan in Antwerpen dus. In Antwerpen zijn er negen districten, in Moerbeke-Waas waren er en zijn er nog steeds drie wijken of parochies, namelijk het centrum, de Kruisstraat en de Koewacht. Ik woonde in het centrum en de inwoners van de andere twee wijken waren voor ons allochtonen, met dat verschil dat we ze praktisch nooit zagen.
Er waren zowel in het centrum, op de Kruisstraat of op de Koewacht twee kleuter- en basisscholen, één gemeenteschool en één katholieke school per wijk. Nu moet U weten dat Moerbeke-Waas al van bij de onafhankelijkheid van België liberaal is. Nog nooit is er een coalitie gevormd en destijds zaten er in de gemeenteraad, buiten een massa liberalen één katholiek, één socialist en enen van de Volksunie (die dan nog als "zwarten" scheef bekeken werd).
Waar je kleuter- en basisonderwijs volgde hing dus af van ofwel de politieke voorkeur van je ouders of van het feit of je ouders al dan niet pilarenbijters waren. Elke liberaal en socialist ging naar het gemeentelijke (blauwe) onderwijs en de rest ging naar de katholieke (tseven) school. Ik heb de politieke voorkeur van mijn ouders nooit gekend, volgens mij waren ze a-politiek of draaiden ze als de wind, maar waren ze waarschijnlijk pilarenbijters, want ik kwam bij de nonnetjes op school terecht. Geen voorinschrijving, geen kamperen aan de schoolpoort, geen aanmelden via de computer, neen... gewoon op 1 september 's morgens aan de poort afzetten en je werd aan de gratie overgeleverd van de eerwaarde zusters van Sint-Vincentius a Paola, onder het bevel van moeder overste.
Per graad was er één onderwijzer (meester) of één onderwijzeres (zuster). Dat hield dus in dat het eerste en het tweede studiejaar samen zaten, het derde en het vierde én het vijfde en het zesde. Iedere dag begon en eindigde met een kruisteken en een half uur "Bijbelse geschiedenis" of "liturgie" en terwijl het ene studiejaar aan het schrijven of rekenen was, kreeg het andere studiejaar een andere les.
Middeleeuws? Waarschijnlijk, maar ik ben ook groot geworden (130 kg), ik heb twee universitaire diploma's en ik heb carriére gemaakt, dus zo slecht zal het onderwijs niet geweest zijn.
Niettegenstaande sommigen mij, en ik hoop goed bedoeld, nog altijd een "boer van over 't water" noemen, ben ik content van al zo oud te zijn én geen leerplichtige kinderen in het lager onderwijs te hebben. Want Antwerpen, wat de Antwerpenaars zo graag de "Metropool" noemen, is uiteraard geen boerengat zoals Moerbeke. Hier kan je niet naar de school van je keuze gaan, hier moet je je wel inschrijven via computer en hier loop je de kans in een klasje terecht te komen waar 90% van de leerlingen nederlandsonkundig zijn. En in een klasje waar slechts 10% van de leerlingen nederlands spreekt en begrijpt zal het een pak moeilijker zijn om de eindtermen te halen, want alles moet, bij manier van spreken, honderd keer uitgelegd worden voor iedereen het begrijpt.
Deze Antwerpse kinderen gaan dan ook met een pak minder bagage naar het middelbaar onderwijs, waar zich hetzelfde probleem stelt, en een pak minder stoten er door naar het hoger of universitair onderwijs.
Ik begin "boer van over 't water" te beschouwen als een eretitel, want in mijn geboorte-boerengat zijn alle leerlingen in het lager onderwijs nederlandstalig en is de kans op een universitaire titel omgekeerd evenredig als het verschil tussen het aantal inwoners van hét boerengat en Antwerpen, dé metropool...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten