donderdag 19 februari 2009

De Marokkaanse voornamenkwestie...

In Antwerpen wordt de "Marokkaanse voornamenlijst" niet meer voorgelegd. Ook in het parlement zijn vragen gesteld over die voornamenlijst. De media stelt het allemaal op een andere manier voor én er zullen alweer voor- en tegenstanders zijn. Maar hoe zit dat nu met die voornamenlijst. Een beetje opzoekingswerk leverde het volgende op:



Anderhalf jaar geleden hield Mimount Bousakla (LDD) een pleidooi tegen de zogenaamde ‘Marokkaanse namenlijst’. Deze lijst zou Belgische ouders, die ook de Marokkaanse nationaliteit dragen, het recht ontzeggen om hun pasgeborene een Berberse of Westerse naam te geven. Uit het niets laaide vorige week diezelfde discussie weer op, parlementaire vragen incluis. Wat telkens opnieuw opvalt is dat er veel onjuistheden verkondigd worden door politici. Fouten die de pers klakkeloos overneemt. Laten we een paar feiten oplijsten wars van ideologie en persoonlijke voorkeuren.



Ben Weyts (NV-A) en Peter Logghe (VB) stelden op woensdag 4 februari in de commissie Justitie enkele vragen aan Minister van Justitie, Stefaan Declercq (CD&V), over de Marokkaanse namenlijst. “Wanneer in België wonende Marokkaanse koppels, of gemengd Marokkaans-Belgische ouderparen, hun kind ook de Marokkaanse nationaliteit willen geven, worden zij door de Marokkaanse overheid verplicht een voornaam te kiezen uit een beperkte lijst. Op die lijst staan uitsluitend Arabische voornamen, geen westers-christelijke en - sinds kort - ook geen Berberse namen», aldus Weyts. Hij slaagt erin om in deze eerste zin van zijn vraag maar liefst 3 onjuistheden te verkondigen.
Ten eerste is zijn bewering dat er geen Berberse namen gebruikt mogen worden onjuist. Artikel 21 van de Marokkaanse wet betreffende de burgerlijke stand stelt : « Alle voornamen die neergelegd worden bij de ambtenaar van de burgerlijke stand moeten worden geaccepteerd of ze nu Arabisch of Berbers zijn ». Tevens kunnen de joodse Marokkanen van oudsher joodse namen geven aan hun kinderen.
Ten tweede zegt Weyts dat er een « beperkte lijst » bestaat waar ouders niet van kunnen afwijken. Ook dit klopt niet want de lijst is een open lijst, waar wekelijks ‘nieuwe’ namen aan toegevoegd worden. Bovendien is deze slechts indicatief. Als ouders hun pasgeborene willen inschrijven met een ‘niet al te Marokkaans klinkende naam’, aldus het consulaat, dan kunnen ze via de ambtenaar van de burgerlijke stand op het Marokkaanse consulaat in Hoboken of Vorst, de formele vraag tot Le Haut Commisariat à l’Etat Civil in Rabat, richten. Deze Hoge Raad die voorgezeten wordt door de historicus Abdelwahhab Benmansour heeft als bedoeling om elke vraag tot erkenning van een nog niet bekende naam te onderzoeken. Conform artikel 21 van de Marokkaanse wet betreffende de burgerlijke stand kan de naam worden geaccepteerd en toegevoegd aan de lijst op voorwaarde dat de naam « een Marokkaans karakter heeft (1), geen familienaam is (2), geen voornaam is bestaande uit meer dan 2 voornamen (3), geen naam van een dorp of stad is (4), geen onzedelijke bijklank heeft (5), geen naam is die de openbare orde raakt, (6) en geen naam is die begint met voorvoegsel mijnheer, mevrouw of heer ».
Ten derde strookt ook de bewering dat gemengde koppels geen niet-Arabische naam mogen kiezen niet met de realiteit. Met de herziening van het Marokkaanse familierecht (Moudawana) in 2003 werd de positie van de Marokkaanse vrouw versterkt. Ofschoon het burgerlijk huwelijk dat in België aangegaan werd tussen een niet-moslim en een Belgische Marokkaanse niet wordt erkend door de Marokkaanse wet, is het wel zo dat het kind dat hieruit voortkomt onmiddellijk de Marokkaanse nationaliteit krijgt. Artikel 6 van de Marokkaanse code de la nationalité stelt dat elk kind met een Marokkaanse moeder de Marokkaanse nationaliteit krijgt. Bovendien mag (moet) het kind van een Marokkaanse vrouw en een niet-moslim de familienaam van de vader dragen, maar ook kan het koppel het kind een voornaam geven die ze willen. Stel dat de vader Peeters heet, dan kan hij samen met zijn Belgisch-Marokkaanse echtgenote het kind perfect de naam Jan of Nele geven. Mits een tweede Arabisch-islamitische voornaam weliswaar. Met ‘Jan Karim Peeters’ bijvoorbeeld is er geen vuiltje aan de lucht.
In de Arabische en islamitische juridische context kan dit best wel beschouwd worden als ‘revolutionair’. Minister Declercq stelde als antwoord op de interpellaties van Weyts en Logghe terecht, dat binnen het internationaal privaatrecht, België zich niet kan moeien met de interne Marokkaanse keuken. Als soeverein land kan Marokko dus de pot koken zoals ze hem wil eten. Maar dit geldt dan ook in omgekeerde zin: het kan niet dat Vlaamse ambtenaren Marokkaanse Belgen, die hun pasgeborene willen inschrijven op het gemeentehuis, een gedateerde Marokkaanse namenlijst – en gedateerd is ie altijd want de lijst wordt continu aangevuld met nieuwe namen – voorschotelen. Vlaamse ambtenaren moeten de Belgische wet toepassen, en de mensen hooguit attent maken op het bestaan van een open namenlijst, ingeval men het kind ook wil voorzien van een Marokkaanse identiteitskaart.

Tenslotte maakte schepen van diversiteit en gelijke kansen in Mechelen, Ali Salmi (Ex-Vlaamsprogressieven, onafhankelijke op Sp.a-lijst), anderhalf jaar geleden reeds een veelbetekenende opmerking: “De meeste Belgen van Marokkaanse origine kiezen sowieso voor een Arabisch klinkende naam. En dat zouden ze ook doen mocht die lijst er niet zijn” (De Morgen, 25/05/07). Hoe verklaar je anders het feit dat de naam Mohamed al 6 jaar op rij de populairste jongensnaam is in Brussel?

1 opmerking:

  1. Als het eerste kind een zoon is moet hij altijd Mohamed genoemd worden.

    BeantwoordenVerwijderen