zaterdag 29 november 2008

Ali Ben Janssens, de man die Sinterklaas en Kerstmis een andere betekenis gaf...

Hoe is het in godsnaam, of godverdomme (maak zelf uw keuze) mogelijk. Ik ben zelf, en ik doe daar niet moeilijk over, een overtuigde Atheïst.Ik geloof in mijzelf, mijn inkomsten en mijn gezin, maar heb geen boodschap aan “het eeuwige leven”, “reïncarnatie”, “God”, “Boedha”, “Allah”,“Jehova” en noem het hele zootje maar op. Ik laat wel iedereen in z’n eigen respect en geloof. Ik zal nooit met bedekt hoofd een katholieke kerk binnen gaan of met schoeisel een moskee. Aan de andere kant ben ik op de eerste plaats Vlaming, daarna Belg, en dan Europeaan, met in dezelfde volgorde respect voor de geschiedenis, de gewoonten en de cultuur van deze gemeenschappen.

Gedurende het tweede jaar op rij al geeft het Antwerpse stadsbestuur logistieke en andere steun aan de “Sultan der maanden”, een religieus moslimfeest. Vandaag nog ontving ik een persbericht van de stad Antwerpen dat de stad een vorm van medewerking verleend aan “Chanoeka”, een religieus joods feest.


Op zich heb ik daar allemaal geen problemen mee. Het is nu eenmaal zo dat de stad Antwerpen een relatief grote joodse en moslimgemeenschap heeft en dat “diversiteit” een toverwoord geworden is in het huidige bestuur. Een zodanig toverwoord dat er niets meer kan gebeuren of georganiseerd worden of er moet een multicultureel kantje aan zitten. Er schiet dus nog weinig van de eigen cultuur over in alles wat er tegenwoordig in Antwerpen gebeurt.
Wanneer het Antwerpse stadsbestuur aan zijn personeel de toestemming geeft om op de wereldaidsdag een HIV-lintje te dragen, staan de moslims op hun achterste poten en begint het gelul weer over de “hoofddoekenkwestie”.


Maar… wat nu gebeurt in het Antwerpse onderwijsnet tart alle verbeelding. Als er twee westerse (lees: christelijke) feesten zijn is het het feest van Sinterklaas en het Kerstfeest.
Laat ons beginnen met het kinderfeest van Sinterklaas. Toch een kinderfeest waar ieder kind, ongeacht de religie van de ouders, naar uitkijkt. Is Sinterklaas immers niet de grote kindervriend van iedereen.


Veel tradities in het huidige Sinterklaasfeest gaan terug tot Nicolaas van Myra, de Lycische bisschop uit de door Grieken bewoonde antieke stad Myra (thans gelegen in Turkije), hoewel er ook oudere elementen zijn.
Oorspronkelijk werd Sint-Nicolaas alleen in het oosten van Europa geëerd. In de
13e eeuw werd besloten dat zijn naamdag ook in het westen een van de belangrijkste feestdagen was; in die tijd werd het Sinterklaasfeest in Utrecht al gevierd door de schoen van vier arme kinderen te vullen met geldstukken, in andere steden werd ook iets voor de armen gedaan.
Na
de Nederlandse Opstand probeerden calvinistische predikanten het Sinterklaasfeest af te schaffen, omdat het te veel "heidense" en vooral "paapse" (katholieke) elementen zou bevatten. Het Sinterklaasfeest was in grotere steden inderdaad een woelig volksfeest met kermis dat vaak tot opstootjes en openbare dronkenschap leidde. Het was echter zo populair dat dit streven weinig succes heeft gehad, zelfs niet bij het protestantse volksdeel.


De oorsprong van het moderne gekuiste Sinterklaasfeest voor kinderen ligt in de 19e eeuw. De Amsterdamse onderwijzer Jan Schenkman (1806 - 1863) schreef het prentenboekje Sint Nicolaas en zijn knecht (Amsterdam, 1850 en latere herdrukken 1880, 1885, 190? en 1907) met de tekst van het liedje Zie ginds komt de stoomboot. De moderne tijd deed zijn intree met de stoomboot. De afkomst Spanje werd ingevoerd, net als de roe en zak van Zwarte Piet als pedagogische straf. Sint reed voor het eerst op een schimmel over de daken en cadeaus gingen voor het eerst door de schoorsteen. Ook Jan Pieter Heije (1809-1876) beïnvloedde het Sinterklaasfeest. Het lied Zie de maan schijnt door de boomen werd voor het eerst gepubliceerd in 1843 in de bundel Kinderliederen.


Geschiedkundig gezien is Sinterklaas (eigenlijk Sint Nikolaas) dus een bisschop, die destijds heilig werd verklaard. De ambskledij van een bisschop omvat minstens de albe of het onderkleed, de kazuifel, de stola en de mijter, versiert met een kruis.


En nu, “om de neutraliteit te bewaren”, kan het kruis op de mijter niet meer in het stedelijk onderwijs. Het kruis wordt vervangen door een vertikale balk. Zijn ze nu helemaal zot geworden op het schoon verdiep? Heeft “zijne heiligheid” Patrick Janssens een acute aanval van grootheidswaanzin of heeft hij zich bekeerd tot de Islam? Moet alle westerse cultuur uit Antwerpen verdwijnen?


Alsof het ”verkloten” van Sinterklaas nog niet voldoende is, worden engelen, kribben, Jezus-, Maria- en Jozeffiguren geweerd onder de kerstboom. Het thema van kerstmis is in Antwerpen, of althans in het stedelijk onderwijsnet, niet meer de herdenking van de geboorte van Christus, maar een feestdag waarop lekker gegeten wordt.


Wel, speciaal voor Ali Ben Janssens, de westerse cultuurbarbaar, geef ik hieronder de “echte” betekenis van Kerstmis, wat heel wat anders is dan het “feest van eten en drinken”.


De Germanen vierden rond Midwinter (21 december) reeds midwinter- of joelfeesten (winterzonnewende) waarbij het boze werd verjaagd en het licht werd begroet. In de Scandinavische talen heet Kerstmis tot op vandaag jul.


In de vierde eeuw zorgde keizer Constantijn de Grote ervoor dat Kerstmis op 25 december zou vallen. Op deze datum werd rond de Middellandse Zee tot dan toe de zonnegod vereerd onder vele verschillende namen zoals Ra in Egypte en Helios in Griekenland. In het late Romeinse Rijk was dit vooral de zonnegod Sol Invictus (=de onoverwinnelijke zon). Omdat Jezus het Licht van de Wereld genoemd werd (zie Joh. 1), zou Constantijn I - volgens bepaalde auteurs - hebben besloten dat de geboorte van Christus op deze dag gevierd zou moeten worden. Bovendien waren de dagen rond 25 december reeds de vrije feestdagen der saturnaliën. De geboorte van Jezus nam in de kerkelijke kalender daarvoor geen bijzondere plaats in, hoewel ze wel gevierd werd, en tot op de dag van vandaag geldt Pasen in het christendom eigenlijk als veel wezenlijker dan Kerstmis. Jezus werd volgens het evangelie aan het einde van het Joodse (of Romeinse) jaar geboren, maar door de kalenderwijzigingen en de verschillen in tijdrekening, wordt de overzetting niet zeer accuraat geacht, te meer, daar ook melding gemaakt wordt van kudden schapen in lagere (en dus warmere) velden rond Bethlehem. Het weiden van schapen in Palestina is rond 25 december thans weliswaar zeldzaam, maar toendertijd niet geheel onmogelijk - de schapen die voor de offerdienst in de Joodse tempel gefokt werden, graasden het hele jaar door, ook in de omgeving van Bethlehem (Baith Lahaim- huis van het brood). De datum is ook niet met zekerheid als niet-authentiek te bestempelen, want uit de oude christelijke liturgieën - die van vóór de vierde eeuw - stamt reeds de viering van Epifanie in dezelfde wintertijd. Sextus Iulius Africanus noemt de geboorte van Christus als vallende op 25 december in 221 n. Chr.


De aansprekende thematiek en de reeds bestaande tradities hebben Kerstmis echter tot het voornaamste feest in het jaar gemaakt. De huidige tradities rond het kerstfeest zijn van land tot land verschillend, zoals ze ook lang niet allemaal even oud zijn. Duidelijk is dat de Amerikaanse kerstgewoonten, in het kader van de voortschrijdende door de VS gedomineerde globalisering, overal elders doordringen, ook in België (lees: Antwerpen).


Het woord 'Kerstmis' betekent eigenlijk 'Christus-mis', omdat dit feest gewijd is aan de geboorte van Jezus die de christus (de gezalfde) wordt genoemd. Het woord 'kerst' is uit het woord christus ontstaan; zo betekent "kerstenen" bijvoorbeeld "christelijk maken". De Mis is de christelijke viering van het offer van de Eucharistie, waarin aan het einde van de dienst gezegd of gezongen wordt "Ite Missa est" (vert. Gaat het is de heenzending of: Gaat het offer is voltrokken).


Misschien moet men in Antwerpen bij de volgende gemeenteverkiezingen hetzelfde zeggen tegen Patrick Janssens. Ons offer zal dan in ieder geval voltrokken zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten