zondag 9 november 2008

Prestige de la Serre 2007...

Een van mijn lievelingsbezigheden op een vrije namiddag is mensen kijken. Je zou er van verstelt staan hoeveel men kan leren van enkele uren "mensen kijken". Iedereen zou het eens moeten proberen. Je zoekt gewoon een plaatsje op op een terras of in een bruin café, je bestelt een biertje en je begint te observeren. Onbedoeld begin je dan ook flarten van gesprekken op te vangen, zie je wat de mensen drinken, hoe ze reageren op anderen, enz...
Zo ook deze namiddag in het kleinste cafeetje van Antwerpen, met de toepasselijke naam De Reus. Een gezellig bruin cafe op de Grote Markt, waar men een eerlijke pint schenkt voor een eerlijke prijs. Goed geserveerd en zonder veel poespas. Een cliënteel dat bestaat uit een gedeelte stamgasten, wat Antwerpenaren die hun eigen stad ontdekken en buitenlandse toeristen van diverse nationaliteiten.
Mijn oog viel op een tafeltje van vijf. Antwerpenaren in de echte zin van het "cliché": dikke nekken dus, die anderen geen blik waardig gunnen en denken dat de ganse wereld aan hun..., juist! Ze bestelden aan de serveerster een fles witte wijn. Nu moet je in geen enkele cafe een uitgebreidde wijnkaart verwachten. Als men een witte, rosé en rode fles "Chateau Migraine" in huis heeft mag men al heel tevreden zijn.
Enfin, er wordt een fles witte wijn geserveert. Een "Prestige de la Serre" van 2007, aan de prijs van 15 euro. Netjes in een ijsemmer. De wijn wordt voorgeproeft, goed bevonden en uitgeschonken aan het gezelschap. Het gezelschap schijnt er met smaak van te genieten, tot... de bodem van de fles zichtbaar wordt. De serveerster wordt geroepen met de mededeling dat de wijn naar "kurk" smaakt. Deze laatste maakt geen problemen, neemt het restant van de fles mee en ontkurkt een nieuwe fles op kosten van het huis. Er kan tenslotte al eens iets mis gaan, nietwaar?
Andermaal het zelfde ritueel: ontkurken, netjes in een ijsemmer, voorproeven, goed bevinden en uitschenken, tot... de fles leeg is. En dan, inderdaad, kwam de dikke nek terug boven en had de wijn een kurksmaak. Of ze misschien een andere fles...
Kijk, mocht ik op dat moment kroegbaas zijn, ik koelde die dikke nekken onmiddellijk met het restant uit de ijsemmer. Maar gelukkig voor het gezelschap zijn er kroegbazen die ten allen tijde de glimlach bewaren.
En dan verschiet men er van dat een Antwerpenaar buiten z'n eigen stad bekeken wordt als stront. Men zou voor minder...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten