zaterdag 19 april 2008

Scouts in de stadsjungle

Wanneer iemand, zoals ik, een bepaalde leeftijd bereikt heeft en gelijklopend daaraan wat levenservaring heeft opgedaan, krijgt hij of zij waarschijnlijk een eigenzinnige kijk op bepaalde zaken die niet meer stroken met zijn of haar jeugdherinneringen.
Eén van die jeugdherinneringen én die zaken waar ik een aparte kijk op heb is het scoutisme, want men zegt niet: "Ik ben bij de scouts geweest.", maar "Ik ben scout." Het devies is nu eenmaal: "Eéns een scout, altijd een scout."
Ik zette m'n eerste stappen in het scoutisme in 1960 in het landelijke Moerbeke-Waas bij de VVKS-Welpjes en stapte er uit in 1993 met een landelijke functie binnen de FOS.
Hoewel de ene federatie uitgesproken katholiek en de andere pluralistisch was heb ik in beide federaties dezelfde waarden geleerd en als leidinggevende uitgedragen: "Fierheid voor het uniform en respect voor de natuur".
Wij leefden, speelden en werkten in de natuur. Wij kenden quasi iedere vogel, elke plant, elk geluid in het bos. De stad? Kenden wij niet, of toch... éénmaal per jaar om met een kruiwagen volgeladen met sinaasappelen en marsepein te gaan "leuren" om de kas te spijzen.
Wat een verschil met nu. Ieder weekend wordt de stad overrompeld door een zootje "ongeregeld" dat zich "scouts" noemt. Ik geef toe, ze zijn nog hier en daar herkenbaar aan sommige uniformstukken die, spijtig genoeg, niet korrekt gedragen worden. (Een fenomeen dat we te danken hebben aan Jean-Luc (let the beast go) Dehaene, toen hij verbondscommissaris was).
Ze lummelen door de stad en hebben wel altijd één of andere koopwaar die ze onbeschoft trachten te slijten aan elke voorbijganger.
Net zoals mijn maag zich omkeert, telkens ik dergelijke taferelen zie, vermoed ik dat Baden Powell zich omdraait in z'n graf telkens hij , in eender welke stad, een dergelijke meute pummels vermoedt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten