
In die tijd deed elke politicus ook aan “sociaal dienstbetoon”. Ze hadden hun spreekuur en de burger kon bij hen aankloppen met allerhande problemen. Af en toe raakte via dat systeem al eens iemand aan het werk, raakte er iemand wijs uit een administratief kluwen en werd er eens een “politieke” benoeming gedaan. Pro’s en contra’s dus, maar… het gepeupel was tevreden, de politicus wist wat er in de stad leefde en was zeker van een aantal stemmen bij de volgende verkiezing.
Kortom, het leven was simpel. De kiezer en de verkozene maakten deel uit van een door de politici in het leven geroepen “sociaal netwerk” en beiden waren tevree en functioneerden naar behoren.
Maar… we leven in de “moderne tijden” nu. De verkozenen zitten in hun ivoren toren en leven niet meer met, maar naast de kiezers. Gevolg: De politici weten niet meer wat er in de stad leeft en het gepeupel mort. De afstand tussen beiden is te groot geworden, waardoor er ongenoegen ontstaat.
Het sociaal dienstbetoon werd afgevoerd als “asociaal” en het gepeupel heeft maar één uitweg meer om haar ongenoegen te uiten: actiecomités en drukkingsgroepen.
En daar moeten niet alleen de politici mee leven, maar ook de rest van de stedelingen. Wat een wildgroei. Als er in een straat twee mensen tegelijk een scheet laten, wordt er een actiegroep opgericht en een petitie gestart. Misschien kan men het Reuzenhuis in Borgerhout dan toch nog een openbare functie geven: Een petitiehuis. Dan kan iedereen daar voor alle petities tegelijk gaan tekenen.
Of zou het dan toch niet eenvoudiger zijn mochten de politici terug op café gaan……
Geen opmerkingen:
Een reactie posten